‘Structurele krachtmeting dreigt tussen bestuur en rechter’
Politieke overeenstemming gaat steeds vaker vooraf aan de toetsing van wat in de praktijk wettelijk mogelijk en haalbaar is. Dit is een zorgelijke ontwikkeling: de rechtsstaat dreigt een sluitpost van besluitvorming te worden.
Dit concludeert de Raad van State in zijn jaarverslag, dat vandaag (dinsdag 5 april) is verschenen. Het hoogste adviesorgaan van de regering en op onderdelen de hoogste bestuursrechter van het land, constateert dat er een ‘structurele krachtmeting dreigt tussen bestuur en rechter’. Het uitgangspunt dat bij het maken van beleid steeds verschillende belangen en waarden in het besluitvormingsproces een plaats wordt gegeven, wordt in ons land meer en meer verlaten, signaleert de Raad.
Taak
De Raad van State constateert dat door voortvarende besluitvorming en het zoeken naar politiek en maatschappelijk draagvlak, de verschillende fasen in de besluitvorming steeds meer in elkaar schuiven. De huidige veranderingen en ontwikkelingen op economisch, maatschappelijk en bestuurlijk gebied, noodzaakt de politiek tot antwoorden op nieuwe vraagstukken. Dit is vooral zo ingewikkeld omdat we in een tijd leven waarin er onder de bevolking groeiende zorg is over en weerstand tegen maatschappelijke veranderingen.
Hoge eisen
Deze situatie stelt hoge eisen aan de kwaliteit van besluitvorming, aldus de Raad van State. Als gemaakte afspraken met maatschappelijke of politieke partijen meteen na het bereiken van overeenstemming worden vastgelegd in gedetailleerde regeer-, bestuurs- of beleidsakkoorden, moet vooraf worden getoetst op nut, noodzaak, doelmatigheid of juridische juistheid van maatregelen. Voorwaarde is dan dat er bij het vastleggen van die akkoorden inzicht is in de juridische mogelijkheden en beperkingen. ‘Het is zorgelijk om vast te stellen dat dit eerder lijkt af dan toe te nemen’, aldus de Raad van State, die vreest voor een toenemende confrontatie van recht en maatschappelijke dynamiek voor de rechter.
Rechtsbescherming
In het Jaarverslag vraagt de Raad van State verder aandacht voor de rechtsbescherming van burgers bij bestuurlijke boetes. Hij constateert dat de overheid steeds vaker kiest voor (hoge) bestuurlijke boetes, in plaats van handhaving via het strafrecht. In 2015 bracht de Raad van State hierover al een ongevraagd advies uit. De Raad van State vindt het noodzakelijk dat opnieuw naar het niveau van de wettelijk geregelde rechtsbescherming bij bestraffende sancties wordt gekeken en dat strafrecht en bestuursrecht op elkaar worden afgestemd.